DE
AT
CH
NL
IAN 87319
CH
IT
Applicazione dell’ortesi
Per ridurre l’inclinazione nella supinazione (la caviglia cede verso l’esterno)
e nella pronazione (la caviglia cede verso l’interno)
Figura 1: metta il tallone sul foro previsto.
Figura 2: chiuda prima la chiusura in velcro inferiore, poi quella superiore.
In caso d’inclinazione per supinazione
Figura 3: prenda prima la cinghia di stabilizzazione esterna, la posi dall’esterno
verso l’interno passando lungo il collo del piede e chiuda la chiusura in velcro
tirando leggermente.
Figura 4: poi posi la cinghia di stabilizzazione interna lungo il collo del piede in
direzione della caviglia e chiuda la chiusura in velcro.
La riduzione dell’inclinazione per supinazione è tanto maggiore tanto più forte
viene tesa la cinghia di stabilizzazione esterna.
In caso d’inclinazione per pronazione
Figura 5: prenda prima la cinghia di stabilizzazione interna, la posi dall’interno
verso l’esterno passando lungo il collo del piede e chiuda la chiusura in velcro
tirando leggermente.
Figura 6: poi posi la cinghia di stabilizzazione esterna lungo il collo del piede in
direzione della caviglia interna e chiuda la chiusura in velcro.
La riduzione dell’inclinazione per pronazione è tanto maggiore tanto più forte
viene tesa la cinghia di stabilizzazione interna.
A: foro per il tallone
B: chiusura in velcro superiore
C: chiusura in velcro inferiore
D: cinghia di stabilizzazione esterna
E: cinghia di stabilizzazione interna
NL
De bandage aanleggen
Om de neiging tot supinatie (omzwikken naar buiten) en pronatie
(omzwikken naar binnen) te onderdrukken.
Figuur 1: Zet uw hiel in de daarvoor bestemde hieluitsparing.
Figuur 2: Sluit eerst de onderste en daarna de bovenste klittenbandsluiting.
Bij neiging tot supinatie
Figuur 3: Pak eerst de buitenste stabilisatieband, trek hem van buiten naar
binnen over de wreef (bovenkant van de voet) en maak de klittenbandsluiting
vast. Hierbij de band licht aantrekken.
Figuur 4: Vervolgens trekt u de binnenste stabilisatieband over de wreef in de
richting van het enkelgewricht en maakt u de klittenbandsluiting vast.
Hoe sterker de buitenste stabilisatieband gespannen wordt, hoe sterker de
neiging tot supinatie onderdrukt wordt.
Bij neiging tot pronatie
Figuur 5: Pak eerst de binnenste stabilisatieband, trek hem van binnen naar
buiten over de wreef (bovenkant van de voet) en maak de klittenbandsluiting
vast. Hierbij de band licht aantrekken.
Figuur 6: Vervolgens trekt u de buitenste stabilisatieband over de wreef in de
richting van de binnenzijde van het enkelgewricht en maakt u de
klittenbandsluiting vast.
Hoe sterker de binnenste stabilisatieband gespannen wordt, hoe sterker de
neiging tot pronatie onderdrukt wordt.
A: Hieluitsparing
B: Bovenste klittenbandsluiting
C: Onderste klittenbandsluiting
D: Buitenste stabilisatieband
E: Binnenste stabilisatieband
Horizonte Textil GmbH, Am Sandtorkai 23, D-20457 Hamburg
Ref. 87319, Rev. 04/2013
9 o d m U
(24 pages)
Manymanuals.com
Manymanuals.de
Manymanuals.fr
Manymanuals.it
Manymanuals.pl
Manymanuals.cz
Manymanuals.es
Manymanuals-pt.com
Comments to this Manuals